Deze kabels zijn geschikt voor alle glasvezeltoepassingen in verschillende gebieden van de telecommunicatie. Typische toepassingsgebieden zijn patching in datacenters, server- of netwerkkasten, evenals bij FTTH (Fiber to the Home). Door het gebruik van singlemode ferrules voor de Lightwin multimode patchkabels en speciaal geselecteerde ferrules met de kleinste toleranties voor de Lightwin singlemode patchkabels, worden dempingswaarden bereikt die ver boven de vereiste normen volgens ISO/IEC uitstijgen. Andere benamingen voor glasvezel patchkabels kunnen onder andere patchkabels, adapterkabels, aansluitkabels en jumpers zijn.

Multimode glasvezels hebben een grotere kern diameter dan singlemode vezels. Dit resulteert in meer lichtbreking en dus een grotere demping. Ze zijn daarom vooral geschikt voor kortere transmissiedistances. De OM-aanduiding bij een lichtgeleider definieert de kwaliteitsklasse van een multimode glasvezelkabel. De classificatie onderscheidt vier klassen (OM1 tot OM4). Het onderscheid wordt gemaakt op basis van de hoogte van de optische demping en de mogelijke transmissiesnelheid en -afstand. De vezelcategorieën OM3 en OM4 zijn bedoeld voor hogesnelheidsapplicaties zoals (10/40/100-)Gigabit-Ethernet of Fibre Channel bij 850 nm. Multimodevezels van de OM3-klasse beschikken over een Effective Modal Bandwidth (EMB) van 2 GHz x km. De LC-connector is een krachtige glasvezelconnector voor singlemode- en multimode-toepassingen en valt op door een lage invoegdemping. Het behoort tot de meest gangbare glasvezelconnector types. De constructie van de LC-connector is gebaseerd op een enkele vezel keramische ferrule met een diameter van 1,25 mm voor een lichtgeleider. Vanwege zijn compacte bouwvorm maakt de LC-connector een hoge packingsdichtheid mogelijk, waardoor hij vaak wordt gebruikt voor glasvezel switches.