Een wijdverspreid misverstand is dat onze hersenen meerdere complexe taken tegelijkertijd kunnen uitvoeren. Maar talrijke studies tonen het tegendeel aan. Een indrukwekkend experiment van een Zweeds onderzoeksteam verduidelijkt dit: De deelnemers moesten visuele taken in verschillende omgevingen uitvoeren, terwijl hun hersenactiviteit werd gemeten. De resultaten waren duidelijk: hoe complexer de taak, hoe minder het brein reageerde op andere prikkels. Dit toont aan dat onze hersenen zich niet effectief kunnen concentreren op meerdere complexe taken tegelijk. Een ander sprekend voorbeeld is dat van een voetballer die tijdens de wedstrijd wiskundige taken moest oplossen. Aanvankelijk kon hij eenvoudige taken nog probleemloos uitvoeren, maar naarmate de complexiteit van de taken toenam, werd zijn spel langzamer en kwam uiteindelijk tot stilstand. Dit benadrukt dat bij toenemende taakcomplexiteit de prestaties aanzienlijk afnemen wanneer het brein tussen meerdere taken moet schakelen. Deze bevindingen tonen aan dat echt multitasken een mythe is en dat onze hersenen in werkelijkheid alleen snel tussen verschillende taken wisselen - een proces dat bekendstaat als taakwisseling. Deze wisseling kost echter tijd en energie, wat leidt tot een verlies van efficiëntie.