Albert Uderzo, geboren in 1927, begon in 1941 als hulpartiest bij een Parijse uitgeverij. In 1945 hielp hij voor het eerst bij de productie van een tekenfilm, en een jaar later tekende hij zijn eerste stripverhalen. Hij werd scenarioschrijver en begon al snel met het maken van afgeronde tekenreeksen. In deze periode ontstonden onder andere "Belloy, ridder zonder wapenrusting" (voor het tijdschrift OK) en "Misdaad loont niet" (voor de krant France-Soir). Uderzo werd medewerker van een Belgische agentuur in Parijs, waar hij in 1951 Jean-Michel Charlier en René Goscinny ontmoette. Met Charlier werkte Uderzo aan "Belloy", "Tanguy" en "Laverdure", terwijl hij met Goscinny aanvankelijk onder andere "Pitt Pistol" en "De ongelooflijke korsaar" creëerde. Hierna volgden "Luc Junior" (voor La Libre Belgique), "Benjamin en Benjamine" (voor Top Magazin) en "Umpah-Pah" (voor Tintin). In 1959 richtten Uderzo en Goscinny hun eigen tijdschrift op, genaamd "Pilot". Als kroon op hun werk ontstond vervolgens "Asterix de Gallier". Albert Uderzo ontving in juni 2004 de Max-en-Moritz-prijs van de Comic-Salon Erlangen voor zijn uitzonderlijke levenswerk.

In het jaar 45 na de eerste publicatie in Duitsland ondergaat Asterix de eerste grote herziening! Met zorgvuldige detailwerkzaamheden zijn alle 34 Asterix-albums uniform gekleurd en zijn de tekstballonnen opnieuw geletterd. Het ontwerp van de covers is voorzichtig aangepast, sommige covers zijn zelfs opnieuw getekend door Asterix-tekenaar Albert Uderzo! Hiermee is de grote succesformule van Asterix klaar voor een nieuw eeuw en kan het zich verheugen op een glorieuze toekomst!.