
Achtergrond
Microtransacties in games: de nieuwe EU-richtlijnen uitgelegd
van Florian Bodoky

De Digital Networks Act moet in 2026 in de EU van kracht worden om de regels voor netwerkinfrastructuur in Europa te standaardiseren. Maar wat betekent dat? En hoe gaat het werken?
Het DNA is bedoeld om uniforme EU-brede regels op te stellen voor alle telecommunicatie - van technologieën zoals glasvezel, 5G/6G en clouddiensten, maar ook om regels op te stellen met betrekking tot de markt en de veiligheid van de infrastructuur. Het DNA verdeelt dit grofweg in drie gebieden:
Het overkoepelende doel van het DNA is om het gebruik van glasvezel te stimuleren.
Het overkoepelende doel is digitale soevereiniteit. De EU wil haar digitale infrastructuur zelf ontwerpen, exploiteren en beveiligen en zo onafhankelijk mogelijk worden van mondiale bedrijven of derde landen zoals de VS of China.
Voorstanders van de Wet digitale netwerken denken daar anders over. Zij waarschuwen dat het DNA in zijn huidige vorm meer risico's dan kansen inhoudt. In de voorhoede staan grote bedrijven zoals Google, Meta, Amazon en Netflix. Voor hen is het DNA vooral een aanval op het principe van de zogenaamde netneutraliteit.
In het kort, terwijl de voorstanders van het DNA het zien als een kans voor een sterker, soeverein Europa, vrezen tegenstanders dat het de marktconcentratie en de marktmacht van de «grote» spelers verder zal vergroten.
Sinds ik ontdekt heb hoe ik beide telefoonkanalen op de ISDN kaart kan activeren voor meer bandbreedte, ben ik aan het knutselen met digitale netwerken. Ik knutsel al met analoge netwerken sinds ik kan praten. Winterthur door keuze met een rood-blauw hart. En koffie - voor, na, tussendoor en tijdens.
Interessante feiten uit de wereld van producten, een kijkje achter de schermen van fabrikanten en portretten van interessante mensen.
Alles tonenDe Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten, die elk hun eigen wetten hebben. Er zijn echter bepaalde EU-brede regels die moeten zorgen voor meer standaardisatie tussen de lidstaten. Zo is er bijvoorbeeld de Europese Code voor Elektronische Communicatie (EECC). Dit is in feite de «telecommunicatiewet van de EU». Het regelt het wettelijke kader voor alle elektronische communicatiediensten: mobiele telefonie, internet, telefoondiensten en nog veel meer. De EECC dateert echter uit 2018, toen zaken als 5G, glasvezel en cloudinfrastructuur nog in de kinderschoenen stonden en de wereldwijde politieke situatie anders was. Daarom moet de Wet Digitale Netwerken (DNA) ervoor in de plaats komen.

Dit is de technische basis van het DNA. Netwerkuitbreiding moet worden bevorderd en geharmoniseerd. Met andere woorden: sneller, veiliger en duurzamer.» Dit moet worden bereikt door de nationale lappendeken «van regels af te schaffen en de bureaucratie te verminderen. Maar ook door de aanlegplannen sneller uit te voeren: koperen leidingen moeten over de hele linie zo snel mogelijk worden vervangen door glasvezel. Het moet ook helpen dat providers verplicht kunnen worden om verouderde technologieën uit te schakelen zodra de vervangende technologie beschikbaar is. Daarnaast is het de bedoeling dat het DNA de toewijzing van radiofrequenties voor satellieten en 5G en 6G coördineert, zodat «innovatie niet mislukt aan de landsgrens».
Net als met de Digital Markets Act wil de EU met DNA monopolies of algemeen dominante marktposities voorkomen. Het doel is om de voorwaarden te definiëren waaronder «dominante aanbieders» andere marktdeelnemers toegang moeten verlenen tot hun netwerken. Een ander belangrijk punt is het zogenaamde «fair share» principe. Dit is zeer controversieel: het bepaalt dat grote online platforms zoals Google of Netflix in de toekomst een deel van de kosten voor de netwerkinfrastructuur moeten dragen. Last but not least wordt de Europese regelgevende instantie BEREC versterkt en wordt er een gestandaardiseerd, EU-breed arbitragesysteem ingevoerd om conflicten efficiënter en transparanter op te lossen.
De derde laag gaat over de gebruikers. Het DNA moet ervoor zorgen dat iedereen in de EU toegang heeft tot een stabiele en betaalbare internetverbinding. Er moeten ook duidelijke, EU-brede regels komen voor contracten met aanbieders en voor het overstappen naar een andere aanbieder. Daarnaast moet de prijsinformatie voor een dienst transparant zijn en geen verborgen kosten bevatten die voor leken onbegrijpelijk zijn. De DNA moet ook garanderen dat kritieke infrastructuur wordt beschermd. Bijvoorbeeld dat onderzeese kabels beschermd zijn tegen sabotage en dat gevoelige gegevens dienovereenkomstig versleuteld zijn. Er moeten ook noodplannen zijn voor het geval van grote netwerkstoringen.
De verschillen tussen het EECC en DNA zijn in veel opzichten te zien. Ten eerste is er de rechtsvorm. Terwijl de EECC een richtlijn is, wordt de DNA een verordening genoemd. De eerste is een «pi keer duim» kader dat elk land afzonderlijk kan implementeren in overeenstemming met zijn eigen wetten. Een verordening heeft EU-brede geldigheid met een veel strakker korset voor implementatie. Een andere focus ligt op technologie: terwijl het EECC zich richtte op koper en 4G, gaat het DNA over 5G/6G en satellieten. Het veiligheids- en duurzaamheidsaspect staat ook veel centraler dan in 2018, het fair share principe is nieuw en internettoegang als digitaal basisrecht bestond nog niet eerder.
De luidste stemmen voor de Digital Networks Act komen van de Europese telco's en natuurlijk van de EU-Commissie zelf. Europa's grootste netwerkoperators zoals Deutsche Telekom, Orange uit Frankrijk, Vodafone en anderen zien het DNA als een kans om de markt- en concurrentievoorwaarden te harmoniseren, omdat nationale beperkingen niet langer van toepassing zullen zijn. De EU is voorstander van hetzelfde idee - ook omdat het dan moeilijker wordt voor niet-Europese bedrijven of regeringen om invloed uit te oefenen op individuele EU-lidstaten. BEREC is ook een groot voorstander, omdat de samenwerking tussen staten veel efficiënter, flexibeler en betrouwbaarder zal worden in termen van planning.
Een ander argument dat door voorstanders naar voren wordt gebracht, is de roep om eerlijkheid tegenover netwerkexploitanten. Grote online platforms en streamingdiensten zoals Google, Meta en Netflix genereren enorme hoeveelheden gegevens, maar dragen nog geen directe kosten voor de infrastructuur. Met het zogenaamde «fair-share» principe willen veel telecombedrijven ervoor zorgen dat deze spelers in de toekomst ook bijdragen aan de financiering van de netwerken. Ze zien dit niet als een straf, maar als een eerlijke compensatie - volgens het motto: «Degenen die de netwerken gebruiken, moeten bijdragen aan het onderhoud ervan.»

Het voorstel om grote diensten - die een overeenkomstige hoeveelheid verkeer genereren - in de toekomst te laten delen in de netwerkkosten zou kunnen leiden tot een tweedeling van het internet. Betalende bedrijven zouden namelijk voorrang krijgen op het netwerk. Anderen zouden het dan met minder bandbreedte moeten doen, waardoor hun diensten langzamer zouden worden. In een open brief waarschuwden organisaties voor een «digitale tolweg» in Europa. Consumentenvoorstanders zien ook het gevaar dat de kosten en de regeldruk uiteindelijk voor rekening van de gebruikers komen. Als bijvoorbeeld Netflix moet bijdragen aan de uitbreiding van de infrastructuur, zullen ze hun tarieven verhogen of hun sale verminderen om geld te besparen.
Kleinere aanbieders zijn ook kritisch over het DNA. Zij vrezen dat het DNA vooral de grote netwerkexploitanten ten goede zal komen door hun verplichtingen te versoepelen en hun marktmacht verder te consolideren. Als bijvoorbeeld de toegang tot bestaande infrastructuren minder streng wordt gereguleerd dan voorheen, kunnen kleinere aanbieders uit de markt worden gedrukt. Dit zou weer leiden tot tegenstrijdige overlappingen met andere EU-wetten, zoals de Digital Services Act (DSA), de Digital Markets Act (DMA).
In het voorjaar van 2025 publiceerde het Europees Parlement een eerste briefing over DNA. « Deze werd in de zomer van 2025 gevolgd door een officiële Call for Evidence», oftewel de tweede grote enquête onder marktdeelnemers. Het doel was om de voorstellen uit het zogenaamde witboek, het strategische basisdocument van de DNA, te concretiseren en de impact ervan te onderzoeken.
Vanaf vandaag zal het officiële DNA-voorstel van de EU-Commissie op 16 december 2025 worden gepresenteerd. Het politieke gedeelte begint dan in 2026: de Raad, het Parlement en de Commissie gaan de zogenaamde trialoogonderhandelingen in om over de definitieve wettekst te onderhandelen. Als alles volgens plan verloopt, zou de Wet Digitale Netwerken in 2027 in werking kunnen treden - zij het niet onmiddellijk, maar gespreid over een aantal maanden (maximaal twee jaar). Pas dan zou de oude telecomregelgeving, de EECC, worden vervangen.